Wonen boven een nachtclub is niet voor iedereen ideaal, tenzij je de dreunende bassen niet kan horen. En dus hebben vijf Amsterdammers met gehoorbeperkingen deze maand hun intrek boven nachtclub Akhnaton aan de Nieuwezijds Kolk genomen.
“Als 4 overgebleven huurders in dit pand zijn wij heel erg blij met de nieuwe huurders. Wel blijven we verbaasd over de communicatie van Ymere. Dankzij de informatie en steun van HYA hebben we een bewonerscommissie opgericht met als doel meer informatie te krijgen over de plannen voor het pand en niet meer overgeslagen te worden in de communicatie met Ymere. Wij hebben inmiddels de indruk dat Ymere beter wil communiceren. Het is goed om te zien hoe blij de nieuwe bewoners zijn met hun nieuwe huis. En dat er een eind is gekomen aan de onzekerheid over wat er met ons pand gaat gebeuren”.
Ook verhuurder Ymere is behoorlijk tevreden. HYA is ook tevreden en is zoals zij zegt: “ blij als de huurders blij zijn”. Eigenlijk wilde de corporatie al tijden af van de kleine woonruimtes tussen de Nieuwendijk en de Nieuwezijds Voorburgwal. “Totdat een collega van ons zich ineens een e-mail herinnerde die hij jaren geleden kreeg”, vertelt woordvoerder Coen Springelkamp. “Van een dove jongen die op zoek was naar geschikte woonruimte.”
Die jongen was Casper Wubbolts. “Ik ben drie jaar bezig geweest en heb met veel mensen contact gehad.” Dat iemand bij Ymere op het idee kwam om hem en vier anderen de kamers boven Akhnaton aan te bieden, is voor hem een geschenk uit de hemel. “Eindelijk – eindelijk heb ik een vaste woonplek. Fantastisch.”
Minstens even tevreden is Jeroen Oosterhout, mede-eigenaar van de Akhnaton. “Hiervoor zaten er mensen met tijdelijke contracten boven ons, maar dat waren vage types.” Met de nieuwe huurders hoopt hij op een betere verstandhouding.
Dat lijkt wel goed te komen: Casper en zijn toekomstige buren staan te trappelen om hun intrek te mogen nemen. Er is al een borrel geweest om kennis te maken met de club. En als ze willen mogen ze gratis naar de feesten bij hun onderbuur. “Ja, zij vinden het leuk”, zegt Jeroen, “dus waarom niet?”